Iedereen is in zekere mate vatbaar voor biases op maatschappelijk niveau. Die biases zorgen (on)bewust voor uitsluiting van mensen met een migratieachtergrond in het rekruterings- en selectieproces. Zo kan een slechte ervaring tijdens eerdere aanwervingen of de vrees om klanten te verliezen wanneer een werknemer uit een minderheidsgroep de werkgever moet vertegenwoordigen mogelijk leiden tot discriminatoir gedrag bij werkgevers.
Mensen met een migratieachtergrond krijgen - vaak bewust - geen kans in het rekruterings- en selectieproces. Op dat moment geef je als recruiter namelijk duidelijk aan dat je liever geen personen met migratieroots aanneemt en dat je voorkeur uitgaat naar mensen zonder migratieachtergrond.
Bij statistische discriminatie speelt de groep waartoe iemand behoort of waartoe iemand wordt verondersteld te behoren een rol. Groepen worden (on)bewust gekenmerkt door bepaalde stereotypen. Die stereotypen worden al dan niet onbewust meegenomen in de selectiebeslissing. Daardoor worden de kandidaten niet beoordeeld op de individuele kwaliteiten, maar op de stereotypen van de groep waartoe ze behoren.
Bij sociale categorisatie worden mensen onderverdeeld in leden van de in-group en out-group. Mensen die behoren tot de in-group worden beschouwd als “één van ons” en worden ook positiever beoordeeld. Mensen die behoren tot de out-group worden beschouwd als anders en worden vaak negatiever beoordeeld. De verschillen die bestaan tussen de in-group en out-group worden onbewust uitvergroot en zijn vaak negatief geladen. Ze spelen uiteindelijk ook een rol in het selectieproces.
Impliciete attitudes zijn onbewuste, verborgen voorkeuren en opvattingen die je hebt over bepaalde groepen. Het gaat over stereotypen die onbewust worden geassocieerd met bepaalde groepen van mensen. Je vindt online verschillende impliciete attitude-testen. Nadat een beeld wordt getoond, meet men de reactiesnelheid waarmee je positieve en negatieve associaties maakt met dat beeld.